Er is nieuws: Per 1 november doe ik het uniform uit, verlaat Defensie en ga als dominee aan de slag bij IZB Areopagus in de functie van theoloog/trainer. Waarom? En wat ik daar ga doen? Daarover schrijf ik u hier.
Duizenden dominees en andere voorgangers staan in Nederland wekelijks voor de taak om op zondag iets zinnigs te zeggen. Zeker in protestantse kerken is de preek het hoogtepunt van de samenkomst. Maar zo gemakkelijk is dat niet om elke week een nieuw inspirerend verhaal te houden. Als dominee heb je gelukkig de Bijbel al als basistekst, maar daarnaast kun je alle hulp en creativiteit goed gebruiken. Omdat ondertussen de krimp van kerken en de afname van gelovigen doorzet, kom je ook voor de vragen te staan: ‘Doe ik iets niet goed? Zeg ik het niet goed?’ Heel menselijk om te denken, en goed om af en toe ook echt in de spiegel te kijken, maar het is belangrijk om te zien dat het veel meer met culturele processen te maken heeft, dan met mij of jou. Ondertussen blijven de vragen: ‘Hoe en waar vind ik toch elke week weer de moed om mijn mond open te doen over God?’ Én: ‘Hoe houd ik daarbij rekening met het feit dat onder mijn toehoorders misschien steeds meer twijfelaars en halfgelovigen zitten (mijzelf included)?’ Én: ‘Lukt het me om dit meer als kans en ruimte dan als bedreiging en kramp te blijven zien?’
In een complexe en veranderende tijd als de onze zou het bijna van overmoed getuigen als je dit allemaal alleen wilt doen. Op dit gebied van ‘missionaire prediking’ heeft de IZB daarom een aparte afdeling – Areopagus– in het leven geroepen om dominees hierin te ondersteunen met trainingen, inspiratie en bemoediging. De afgelopen jaren blijkt daar ook steeds meer vraag naar te zijn, omdat dominees ook meer geneigd lijken elkaar op te zoeken en van elkaar te leren. Dat ik nu voor Areopagus ga werken, betekent dan ook niet dat ik het ei van Columbus heb gevonden en allemaal weet hoe het moet, maar eerder dat ik heil zie in dit proces van collegialiteit, bemoediging en reflectie. Typisch voor de IZB is dat niet gezocht wordt naar de beste marketingstrategie voor de kerk, om het beste of comfortabelste aan te sluiten bij de behoeften van ons mensen, maar dat gewerkt wordt vanuit het geloof dat ook God Zélf in onze tijd ons iets te zeggen heeft. Nog steeds dóór de Bijbel waarin alles draait om Jezus. Juist in dat eigen spreken van God zit het verrassende en bevrijdende.
Terugkijkend op mijn weg komen een aantal dingen hier heel mooi bij elkaar: de studie theologie, werk in de kerk als gemeentepredikant én buiten de kerk als legerpredikant. Ondertussen het promotietraject over exegese van de Thora (wat niet geresulteerd heeft in een boek, maar wel in veel bagage) en de blijvende interesse voor de thema’s van hermeneutiek en kerk-zijn in een seculiere tijd. Ik kan niet anders dan Gods hand hierin herkennen en deze nieuwe plek dan ook als een roeping aanvaarden.
En Defensie dan? De afgelopen 8 jaar dat ik daar gewerkt heb, waren ontzettend waardevol. Met heel veel plezier heb ik onlangs nog weer genoten van een uitzending naar Roemenië. Ik was Defensie nog niet zat en hoefde daar ook niet weg, maar voor mijn gevoel hoeft dat boek ook niet dicht: in mijn nieuwe functie is netwerken belangrijk en wil ik zeker ook ervaringen van collega’s uit het categoriaal pastoraat (Defensie, zorg, justitie) betrekken op het preken in de kerk. Contacten met militairen die gegroeid zijn, blijven via Strava, LinkedIn en Whatsapp wel lopen. Dat is het mooie van een netwerksamenleving, waarin persoonlijke contacten toch altijd belangrijker blijken, dan wie je salarisstrookje betaald. Uit het oog betekent voor mij niet uit het hart. In mijn gebeden en preken zullen militairen en veteranen blijven terugkomen. De betrokkenheid van onze krijgsmacht bij de actualiteit van oorlog en geweld houden mij blijvend met de voeten in de modder.