De Grote Klimaatcrisis

Preek over Genesis 9:1-11 gehouden op verschillende plaatsen in de zomer van 2018.

Gerelateerde afbeelding

Gemeente van Jezus Christus,

  1. De Grootste Klimaatcrisis

De grootste klimaatcrisis hebben we gelukkig achter de rug: De zondvloed. Zo’n zeespiegelstijging als in de tijd van Noach zullen we niet meer meemaken. Als je er over nadenkt, moet het vreselijk geweest zijn. Alles dood. Alles verdronken. Iedereen verdronken. Misschien ga je wel naar zee op vakantie. In de zomer ziet de zee er prachtig uit: spelen op het strand, luieren in de zon, de golven vriendelijk om je voeten laten spoelen.

Maar altijd als je gaat zwemmen moet je uitkijken voor de kou, de golven en de stroming. In Genesis is de zee ook niet zomaar water: met de zondvloed keerde de aarde terug tot de woeste oervloed, de pure chaos van Genesis 1, toen er nog helemaal niets was. Genesis 9 is als het ware het moment van een nieuwe schepping: opnieuw worden water en land gescheiden, maakt God de wereld een bewoonbare plek. Opnieuw zijn daar alle dieren naar hun aard, die vanuit de ark hun leven hernieuwen. Opnieuw klinkt de zegen uit Gods mond, identiek aan Genesis 1: ‘Wees vruchtbaar, word talrijk en vervul de aarde.’

De grootste klimaatcrisis hebben we achter de rug… Misschien dat wij als christenen daarom niet zo gealarmeerd zijn door de centimeters zeespiegelstijging die in onze tijd mee maken. Vergeleken met de zondvloed waarbij de hoogste bergen bedolven raakten onder het water, krijg je van die paar centimeter net natte tenen. Hetzelfde geldt misschien wel voor de temperatuur en het weer van tegenwoordig: die paar graden extra zijn eigenlijk best prima…

Waarom zou je je daarover zorgen maken? Dat doen de meeste mensen dan ook niet. En christenen al helemaal niet. Want we mogen geloven dat heel de wereld in Gods trouwe hand is. God heeft Zijn regenboog in de wolken gegeven als teken van een eeuwig verbond dat het nooit meer zó zal gaan. Daar mogen we het mee doen. We mogen met verwondering om ons heen kijken naar de prachtige schepping waarin de zomer en winter, lente en herfst, warmte en kou, regen en droogte elkaar afwisselen. (Zo eindigt Genesis 8).

En misschien denk je: Ik heb ook wel grotere zorgen. Om mijn kinderen. Of juist om je ouders. Om ziekte en gezondheid. Hoe ik het financieel allemaal rond krijg. Omdat het niet zo lekker loopt op mijn werk. En de grootste zorg van allemaal: de zorg voor mijn ziel. Of het goed zit tussen God en mij. Of ik wel een bekeerd mens ben, een kind van God! Kijk, dán gaat het echt ergens over. Dan raakt het mij persoonlijk.

En toch: die aarde waarop wij leven, die gaat ons allen aan. Die vormt letterlijk de bodem van ons bestaan. Het huis waarin wij allen wonen. De aarde, die hele grote planeet, is letterlijk onze grootste zorg. En ónze zorg. Omdat hij aan onze zorg is toevertrouwd: dieren en planten, God heeft ze aan Noach en zijn nakomelingen, aan alle mensen gegeven, zegt vers 3. En geven heeft hier de betekenis: in beheer geven. Als rentmeesters met de opdracht er zorg voor te dragen, als gasten die genieten van de tafel van de Koning.

Misschien hebben jullie wel een vakantiehuisje gehuurd. Daar ben je een paar weken. En het is de bedoeling dat je als je weer naar huis gaat het weer heel, opgeruimd en netjes achter laat. Als God dat ook van ons vraagt in Zijn wereld, hebben we toch een probleem…

2. Apocalyptische tijden 

Want als je om je heen kijkt in deze wereld, is er wel heel veel stuk aan het gaan… We beleven de grootste uitstervingsgolf sinds het uitsterven van de dinosauriërs 65 miljoen jaar geleden. Stel je voor: volgens wetenschappers was er toen een meteorietinslag met de kracht van miljoenen atoombommen voor nodig, maar met 7 miljard mensen bereiken we hetzelfde effect. En er staat ons wat dat betreft meer te wachten: In Europa leven 75% minder insecten dan 20 jaar geleden en dat daalt nog steeds. De bijensterfte is enorm. Die kleine beestjes bevruchten wel ons groente en fruit en vormen de basis van de voedselketen.

Bij die ene graad temperatuurstijging blijft het niet. Dat is trouwens een gemiddelde over heel de aarde, over een heel jaar: dat sluit niet uit dat het aan de ene kant extreem warm, aan de andere kant extreem koud wordt. De Noordpool was afgelopen jaar gemiddeld 10 graden warmer dan normaal. Wij gaan het over enkele jaren meemaken dat er in de zomer helemaal geen ijs meer is, in de Alpen ook niet trouwens. Perioden van extreme hitte en droogte, zoals nu in Nederland, nemen elders al rampzalige vormen aan. Mensen sterven door hittegolven, vee sterft door droogte. De oceanen drijven vol plastic. Vogels en vissen vergiften en verstikken ervan.

Steeds meer landen in Europa hebben last van verwoestijning. Afrika zal verscheurd worden door burgeroorlogen om water en voedsel. De ontbossing van de wereld is afgelopen jaar wéér toegenomen. De regenwouden slinken met 10-tallen voetbalvelden per dag. Die zeespiegelstijging van een paar centimeter is het begin. Er zijn aanwijzingen dat de Zuidpool ook is begonnen te smelten. En Groenland ook. Als al het ijs alleen al op Groenland smelt, betekent dat een wereldwijde zeespiegelstijging van 6,7 meter. Daar is met dijken in Nederland niet tegenop te bouwen. En zelfs als dat zou lukken: het zou het einde betekenen van veel eilandbewoners en van complete landen als Bangladesh met al zijn miljoenen inwoners. Het einde ook van alle koraalriffen op aarde, de plekken met de meeste biodiversiteit.

Het is niet voor niets dat God tegen Noach in vers 2 zegt:

‘Vrees en schrik voor u zal er zijn bij alle dieren van de aarde en bij alle vogels in de lucht, bij alles wat over de aardbodem kruipt en bij alle vissen in de zee.’

Terecht ja. ‘Vrees en schrik’.

En we zijn in Europa nu al geschrokken van de vluchtelingen uit Syrië en Afrika, maar bereid u voor de komende decennia voor op de gevolgen van dit alles: complete volksverhuizingen, burgeroorlogen, de landkaart geleerd op school met topografie gaat veranderen. Als legerpredikant kom ik wel eens op scholen vertellen over mijn werk onder militairen. En standaard is de vraag: ‘Denkt u dat het nog een keer oorlog wordt in Nederland?’ Ja, zeg ik dan altijd. Ja. De 73 jaar vrede die we nu hebben is kwetsbaarder dan we denken. Zeker de jonge mensen hier in de kerk kunnen zich daar vast op voorbereiden.

Langzamerhand groeit het bewustzijn in de wereld en in Nederland dat het uit de hand gaat lopen. Maar voorlopig wil niemand pijnlijke maatregelen nemen. De VS stapte zelfs úit het klimaatverdrag van Parijs. De rijke landen willen niet eens de portemonnee trekken. Europa lijdt aan verlamde politiek door de angst voor de ‘mening van het volk’, populistische en nationalistische slogans doen het beter. Politici denken vooral aan hun partij en hun eigen carrière. Het gaat ons gewoonweg niet lukken om bij te sturen. We sturen aan op vernietiging.

We beleven apocalyptische tijden. En als u dat nog niet ziet: binnenkort wordt het veel erger. Kijk vast eens post-apocalyptische films als The Road (uit 2009) of Snowpiercer (uit 2013), Maze Runner, Oblivion, The Book of Eli, 2012, The Day after Tomorrow. Vaak is in de kunsten, ook in de bioscopen scherp te zien hoe het met onze wereld gesteld is…

En dat alles door onze ongebreidelde consumptiedrang, ons materialisme, onze vliegvakanties. Denk dan nog eens aan dat vakantiehuis wat je netjes achter moet laten… Wat bakken wij er dan van als nakomelingen van Noach in de wereld waar de regenboog van Gods trouw en belofte boven staat? We zijn het huis ons door God geleend vakkundig kapot aan het maken en het leven daarin te doden.

3. Vergelding van Godswege

En dan hebben we het alleen nog maar over de schade en het onheil dat we zélf over ons heen halen. Door milieuvervuiling, klimaatverandering, machtspolitiek. Maar dan heb je óók God nog. En God zal dan wel niet de wereld meer compleet vernietigen door watervloed, maar God is nog steeds dezelfde, die toornt over de zonde, die betrokken is op de wereld, die ingrijpt als het moet. Al het bloed dat op deze wereld vergoten wordt, dat is door Hem gegeven leven, dat is Hem heilig. ‘Ik zal vergelding eisen voor uw bloed.’

De mens is verbonden met de dieren en met de aarde. Wij delen het ‘geschapen’ zijn. Het ons geschonken bestaan. God beloofd dat Hij zijn hand nooit onder dat bestaan meer weg zal trekken. De aarde zal er blijven. Maar óp die aarde, tíjdens ons leven, grijpt God in als dat nodig is. Kijkt u maar mee in uw Bijbel. Een hoofdstuk later in Genesis 10, doet God dat al bij de torenbouw van Babel. In Genesis 19 vernietigd God Sodom en Gomorra met vuur en zwavel uit de hemel. Ten tijde van koning Achab werd het land Israël gestraft bij monde van de profeet Elia met een droogte die drie jaar aanhield (1 Koningen 17). Een eeuw later profeteert Jesaja vanwege de uitbuiting en het onrecht in het land, de exploitatie van de armen en de aarde (Jesaja 24,1.3-4):

Zie, de HEERE maakt het land leeg en verwoest het; het oppervlak ervan keert Hij ondersteboven, Hij verspreidt zijn inwoners. Het land zal volkomen leeggehaald en leeggeplunderd worden, want de HEERE heeft dit woord gesproken. Het treurt, verwelkt – dat land; hij verkommert, verwelkt – de bewoonde wereld;

We lopen niet alleen een keer tegen onszelf aan, tegen onze eigen zonde en rotzooi. Maar vooral, we lopen ook een keer tegen God zelf aan. ‘Ik zal vergelding eisen.’ Denk niet dat dat ‘oudtestamentisch’ is. De grootste waarschuwingen komen van Jezus zelf. Bijvoorbeeld uit Lukas 17 (17,26-30):

En zoals het gebeurde in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Zoon des mensen. Zij aten, zij dronken, zij namen ten huwelijk en zij werden ten huwelijk gegeven tot op de dag waarop Noach de ark binnenging en de zondvloed kwam en hen allen om deed komen. Op dezelfde manier ook, zoals het gebeurde in de dagen van Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden. Op de dag echter waarop Lot uit Sodom wegging, regende het vuur en zwavel uit de hemel en bracht hen allen om. Evenzo zal het zijn op de dag waarop de Zoon des mensen geopenbaard zal worden.

Evenzo! Bij de Zoon des Mensen. Bij Jezus Christus zélf. ‘Ik zal vergelding eisen.’ Zo kijken we tenslotte achter de schermen in de Openbaring aan Johannes, hoofdstuk 16 (4-9):

‘En de derde engel goot zijn schaal uit in de rivieren en de waterbronnen, en het water werd bloed. En ik hoorde de engel van de wateren zeggen: U bent rechtvaardig, Heere, Die is en Die was en Die zal zijn, dat U dit oordeel geveld hebt. Aangezien zij het bloed van de heiligen en van de profeten vergoten hebben, hebt U hun ook bloed te drinken gegeven, want zij verdienen het. En ik hoorde een ander bij het altaar vandaan zeggen: Ja Heere, almachtige God! Uw oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig. En de vierde engel goot zijn schaal uit over de zon, en haar werd macht gegeven de mensen te verzengen met vuur. En de mensen werden verzengd door grote hitte. Maar zij lasterden de Naam van God, Die macht heeft over deze plagen, en zij bekeerden zich niet om Hem eer te geven.’

Als u zich geen zorgen maakt om de aarde, om de dieren, de platen, de natuur, om de mensheid, … als u zich geen zorgen maakt, zou ik me maar zorgen gaan maken… Als het niet vanwege uzelf is, dan wel vanwege God!

4. ‘God verdraagt’

Nu pas, nu ik dit voor u geschetst heb, nú pas, voelt u hopelijk hoe bijzonder Genesis 9 is. Hoe bijzonder die eenzijdige en onvoorwaardelijke toezegging van de Eeuwige, de Almachtige, Drie-enige God is, dat Hij ons trouw zal blijven. Dat Hij níet uit is op onze vernietiging. Dat Hij ons niet zal vernietigen.

Hoofdstuk 8 eindigt ermee, zoals hoofdstuk 6 begon: dat God zegt tegen zichzelf: ‘de gedachtespinsels van het hart van de mens zijn immers slecht, van zijn jeugd af’. Maar dat is geen reden voor God er nu toch echt definitief een punt achter te zetten. Nee, het onmogelijke gebeurt! God besluit het dan maar te verdragen.

Terwijl alles in die Alleenwijze en Algoede God in opstand komt tegen wat er op aarde gebeurt, waar zonde en gebrokenheid door ons, huishouden. Waar de aardbodem vervloekt is door onze zonden. Waar de schepping als in barensnood zucht. Daar staat God en Hij zegt in vers 7:

‘Wat  u betreft, wees vruchtbaar en word talrijk; breid u overvloedig uit op de aarde, en word talrijk daarop. En God zei tegen Noach en zijn zonen met hem: En Ik, zie, Ik maak Mijn verbond met u, met uw nageslacht na u, en met alle levende wezens die bij u zijn: de vogels, het vee en alle dieren van de aarde met u; van alles wat uit de ark is gegaan, tot alle dieren van de aarde toe.’

Dat zijn geen zoete woorden, dat is een wonder! Een wonder van genade. Een wonder van geduld en liefde. Van een God die tot in het diepst van zijn hart geraakt en gekrenkt, die als wij er misschien niet onder lijden wat er op aarde allemaal stuk gaat, wat er een pijn is en er een onschuldig bloed vloeit, die dan tóch ondanks alles volhardt in Zijn liefde en gunst. Die het op Zichzelf neemt eenzijdig, om de wereld te redden.

Want dat zit hier natuurlijk achter: God ziet dat de mens slecht is van zijn jeugd af aan. En dit hoofdstuk betekent niet dat God de handdoek in de ring gooit en zegt: Ach, laat ook maar. Nee, God besluit het te verdragen, het Zélf te dragen. De God van Noach, is onze God, is Jezus Christus, die aan het kruis ten onder gaat, de vernietiging draagt, de vernietiging van ons leven, van het leven van de vogels, het vee en alle dieren van de aarde. De zonden van de mensen, maar ook: de hele schepping draagt Christus op zijn schouders, gebukt onder het kruis.

Daarom zegt Hij het ook vandaag tegen jou, tegen u: ‘En Ik, zie, Ik maak Mijn verbond met u.’ Al is er alle reden voor Mij om een eind te maken aan uw leven. Ik kan het niet over Mijn hart verkrijgen. Ik ontferm Mij over u. Ik oordeel en ik straf! Ik eis vergelding! Maar Ik laat je nooit vallen. Ik laat je nooit los. Ik laat Mijn wereld, Mijn schepping nooit los. Dat kan Ik niet. Dat wil Ik niet. Ik stel Mijzelf ervoor garant.

5. Fragiliteit

Genesis 9 leert ons veel over God, over Zijn ongelofelijke genade, maar ook over de verbondenheid van al het leven, over de kostbaarheid van de schepping in Gods ogen, maar ook over onze fundamentele kwetsbaarheid. Bijna zonder uitzondering worden astronauten nadat ze de aarde vanuit de ruimte gezien hebben milieu-, klimaat-, schone energie-, ja levensactivist. Uit Nederland was dat met Wubbo Ockels en André Kuipers. Omdat ze gezien hebben dat dat kleine blauwe bolletje met een dun laagje zuurstof een unieke plek is in een bar koud en donker heelal. Een andere plek om te leven is er niet.

De Bijbel geeft als nog méér dan astronauten ooit kunnen zien. De Bijbel leert ons het leven, de mensheid, de schepping, deze aarde, zien door Zijn ogen.

Zoals wij, met heel de natuur en alle levende wezens, Zíjn grootste zorg zijn. Zo wordt het ook onze grootste zorg. Wij zuchten mee met de schepping. Wij verlangen naar de vernieuwing en herschepping op de jongste dag, waarop alles wat gebroken was heel zal worden. En ondertussen ontfermen wij ons, zoals Hij zich over ons ontfermt. Om heel te maken wat in onze macht ligt. En om heel te houden wat ons mogelijk is. Om te zorgen voor medemensen die geen plek en geen leven meer hebben. Gevlucht uit Syrie of Afrika, of waar dan ook vandaan. En het is helemaal niet gek je te dan bekommeren om de bijen en de vogels. Om je waterverbruik en je gasaansluiting.

Ontlopen we daarmee de apocalyptische taferelen van onze tijd en dé Apocalyps, het oordeel van God? Nee. God valt niet te ontlopen. Wij geloven ook niet in rechtvaardiging door goede werken. Wij geloven niet dat het met die slechte natuur van ons mensen wel goed komt als we maar ons best doen. We geloven in de redding, genade en ontferming van Jezus Christus, die zichzelf voor ons en Zijn hele schepping garant stelde tot in de dood. Wij volgen Hem op die weg, door Zijn oordeel.

Amen

Leeservaring: Paul – Oorspronkelijk: Overwegingen bij schepping en evolutie

N.a.v. M.J. Paul, Oorspronkelijk: Overwegingen bij schepping en evolutie, Apeldoorn: Labarum Academic, 2017.

Dit boek zou je de tegenhanger kunnen noemen van het bijna gelijktijdig geschreven boek van Van de Brink, ‘En de aarde bracht voort’. Terwijl Van de Brink de verenigbaarheid van orthodox-christelijk geloof met evolutie verdedigt, ontkent Paul die op de meeste punten. Tenminste is dat echt zo?
Paul beschrijft bijna encyclopedisch de klassieke bijbeluitleg en kerkelijke traditie hierover. Hij geeft een wetenschapshistorisch overzicht over oorsprongstheorieën vanaf de klassieke oudheid en veel wetenschapsfilosofische kanttekeningen. Hij toont genoegzaam aan dat de evolutietheorie niet eenduidig is, en nooit eenduidig is geweest. Oorsprongsvragen hangen per definitie samen met levensbeschouwelijke achtergronden van wetenschappers. Deze complexe nuancering noopt tot zorgvuldigheid en een kritische benadering van wetenschap. Als zodanig is dit een goed pleidooi.
Maar… zijn zorgvuldigheid en een kritische habitus niet ook juist onderdeel van goede wetenschap? Wetenschap wordt toch niet gediskwalificeerd door de constatering dat wetenschappers ook niet altijd objectief zijn geweest? Het vraagt alleen om nog méér wetenschap. Paul’s strategie lijkt om de vinger te leggen bij alle onzekerheden en fouten in het verleden om daarmee de geloofwaardigheid van de evolutietheorie te ondermijnen. Na het hele boek gelezen te hebben, kreeg ik eerder het idee dat het om speldenprikken gaat. Ik ben geen doorslaggevende argumenten tegengekomen, alleen nuanceringen en aanzetten tot verder onderzoek en discussie.
Als mede-oudtestamenticus heb ik vooral zijn exegese van Genesis 1-3 (en verder) met belangstelling gelezen, maar Paul komt niet verder dan het herhalen van een klassieke hertelling. Op geen enkele manier heeft hij moderne inzichten positief verwerkt. Bijvoorbeeld dat de schepping en het tuinverhaal veel relaties lijken te hebben met de priesterlijke theologie en de tempelcultus wijst hij vooral af (in gesprek met Walton), terwijl dit de exegese toch enorm verrijkt. Paul houdt vol dat de Bijbel een traditie kent onafhankelijk van de Umwelt, wat me moeilijk vol te houden lijkt na lezing van bijvoorbeeld Korpel/De Moor, ‘Adam, Eve, and the Devil’ (2015), waarin allerlei kanaanitische literaire verbanden worden aangewezen. Ik vind het vreemd als een oudtestamenticus zich afsluit voor de mogelijkheid van nieuwe/andere inzichten in de tekst van het Oude Testament. Volgens mij hangt dit samen met een gebrekkige doordenking van hermeneutische vragen, want dit boek kent helaas geen hoofdstuk dat daaraan expliciet gewijd is.
Interessant genoeg eindigt het boek van Paul met veel meer ruimte dan je zou denken: hij roept op tot verdere discussie en trekt alleen een streep bij de historiciteit van Adam en Eva en de zondeval. Dat zijn kernzaken, waarmee het christelijk geloof staat of valt, maar de rest (incl. deep time en evolutietheorie!) valt onder de adiaphora waarover het niet erg is als christenen van mening verschillen! Als dat de conclusie is, dan is dat winst en is het verschil tussen Paul en Van de Brink helemaal niet zo groot als gedacht.

(Overigens zou het boek een stuk leesbaarder zijn geworden als het redactieproces scherper was verlopen. Verschillende hoofdstukken en paragrafen dragen nauwelijks bij tot de discussie. Zie een paragraaf van 1 zin over de kosmologie van de Hethieten :-). En vaak wordt voor argumenten verwezen naar literatuur, zonder het argument ook daadwerkelijk uit te werken, waardoor het een soort ‘gezagsargumenten’ worden, die moeilijk voor de lezer te controleren zijn. Hiermee samen hangt onduidelijkheid over de ‘status’ van dit boek: is het geschreven voor leken, theologen of natuurwetenschappers? Veel informatie mag bij wetenschappers al bekend verondersteld worden, terwijl veel voor leken niet op waarde geschat kan worden.)