Moeilijke vraag (5): Zet God aan tot geweld?

Preek gehouden in een leerdienst te Everdingen.

David and Goliath - Caraveggio

David met het hoofd van Goliath – Caraveggio, c. 1607

Gemeente van Jezus Christus,

1. Religieus geweld is onvermijdelijk

Waarom zou je in God geloven? Heeft dat de wereld nou zoveel goed gebracht? Veel mensen tegenwoordig keren religies de rug toe, omdat ze alleen maar ellende en geweld lijken te brengen. Hoewel de meeste religies liefde prediken, is de praktijk vaak anders. Heel de geschiedenis door zijn er godsdienstoorlogen geweest. Ver in het verleden, maar ook recent. Belfast, Beiroet, Bombay, Belgrado, Betlehem, Bagdad.[1] Plaatsnamen met een verschrikkelijke klank: Belfast: de plek waar Rooms-katholieken en protestanten elkaar bevochten met bomaanslagen. Beiroet: de Libanese burgeroorlog van 1975-1990 tussen meerdere religies. Bombay: extremistische hindoes die aanslagen plegen in India op moslims. Belgrado: brandpunt op de Balkan tussen moslims en christenen in jaren ’90. Betlehem: oog van de storm in het conflict tussen Joden en moslims. Bagdad: weer in het nieuws nu het soennitische ISIS optrekt tegen de sji’itische regering. Zomaar wat voorbeelden hoe religies en ook het christendom een nare rol spelen in de recente geschiedenis. Maar is het niet gemakkelijk om dan te zeggen: Alle religies bij het grof vuil? Zou dat echt helpen? Als je in gesprek raakt over dit thema moeten we juist doorvragen: Waar komt dat geweld nu eigenlijk vandaan? Want als je de oorlogen bekijkt, die ik net noemde, speelt daar vaak veel meer dan alleen religieuze verschillen. Religie is vaak niet de motivatie voor een conflict, maar het versterkt bestaande tegenstellingen.

Neem het huidige conflict in Irak tussen soennieten en sji’ieten, twee stromingen binnen de Islam. Dat komt eruit voort dat de regering vooral bestaat uit sji’ieten die de macht hebben over de olievoorraden en daarvan niets gunnen aan de soennitische stammen in het westen van land. Die voelen zich achtergesteld en gekleineerd, leven in armoede, komen daartegen in opstand. Als dan iemand zegt: Maar dat komt ook omdat zij geen goede moslims zijn en wij wel. Dan is dat de lont in het kruitvat. Een economische en politieke tegenstelling krijgt opeens de dimensies van wij zijn goed en zij zijn kwaad. En met ‘ het kwaad’ ga je niet onderhandelen, daar vecht je tegen. Het conflict wordt uitvergroot en er ontstaat een oorlog, waarbij de religieuze verschillen de oorzaak lijken, maar het in feite niet zijn. Religie vormt alleen maar het ideologisch kader om een oorlog goed te praten. Niet alleen religies hebben dat in zich, alle grote ideologieën kunnen daarvoor ingezet worden. Het communisme, nationalisme, fascisme, die hebben geleid tot grote oorlogen. Met andere woorden: Naar religie wijzen om geweld te verklaren is kortzichtig. Geweld doortrekt de hele wereldgeschiedenis, religie of niet. Op het niveau van staten, oorlogen, maar ook op het gebied van enkelingen. Geschat wordt dat er jaarlijks in Nederland minstens 200.000 personen slachtoffer worden van (evident) huiselijk geweld[2]. We hebben het dan over partnergeweld, kindermishandeling en verwaarlozing, ouderenmishandeling, eergerelateerd geweld, en zelfs over mishandeling van ouders door hun kinderen. Dat komt niet uit het christendom of welke religie dan ook voort, maar uit ons mensen zelf. Het is Kaïn die zijn broer Abel doodt. Hoe slecht we ons misschien voor kunnen stellen dat we dat zelf ook zouden doen. Het is in feite wat je ziet gebeuren rond de dood van Jezus. Wat gebeurt daar in het Sanhedrin, die vergadering van de meest wijze en vrome mensen van Israël?

 63 Toen scheurde de hogepriester zijn kleren en zei: Waar hebben wij nog getuigen voor nodig? 64 U hebt de godslastering gehoord. Wat is uw mening? En zij allen oordeelden over Hem dat Hij schuldig was en de dood verdiende. 65 Toen begonnen sommigen Hem te bespuwen en Zijn gezicht te bedekken en Hem met vuisten te slaan en tegen Hem te zeggen: Profeteer! En de dienaars gaven Hem slagen in het gezicht. (Markus 14:63-65)

Juist het christendom legt deze menselijke natuur, waaruit dit geweld voorkomt, open. De kruisiging van Jezus, die gewelddadige dood, is de kern van het christendom. Niet in positieve zin om dat geweld te verheerlijken. Maar in negatieve zin, om ons te leiden tot schuldbelijdenis en bekering van dat kwaad. Het is ontluistering en ontmaskering én een eerste stap tot bezinning en vernieuwing. Zó mag het niet!

2. Zet God aan tot geweld? 

Alhoewel. Sinds moslims zich beroepen op de Koran om een heilige oorlog te voeren, wordt er door critici gezegd: ‘Maar dat Oude Testament van jullie christenen, dat is ook niet fris! Wat een oorlogen er daar niet gevoerd worden, wat een bloed er vloeit!’ Inderdaad. Wij voelen ons daar niet gemakkelijk bij. We lezen graag het Nieuwe Testament, over Jezus en zijn wonderen. Maar het Oude Testament is regelmatig te gruwelijk om je kinderen voor te lezen. God die de hele mensheid vernietigt in de zondvloed. God die alle eerstgeboren in Egypte ombrengt, en daarna nog de Farao met heel zijn leger in de Rode Zee. Jozua die met de Israëlieten het land Kanaän binnen valt, Jericho en Ai inneemt en verwoest, de mensen dood. En zo het hele land door. Er vloeit veel bloed. Er worden veel oorlogen gevoerd. Vooral de boeken Jozua t/m Samuël staan er vol mee. De heftigste tekst in dit verband is, denk ik, 1 Samuël 15:1-3:

 1 Toen zei Samuel tegen Saul: De HEERE heeft mij gezonden om u tot koning te zalven over Zijn volk, over Israël. Luister daarom nu naar de woorden van de HEERE. 2 Zo zegt de HEERE van de legermachten: Ik heb acht geslagen op wat Amalek Israël aangedaan heeft, hoe hij zich tegen hem gekeerd heeft op de weg, toen hij uit Egypte kwam. 3 Ga nu heen, en versla Amalek, en sla alles wat hij heeft met de ban. Spaar hem niet, maar dood hen van man tot vrouw, van kind tot zuigeling, van rund tot schaap, en van kameel tot ezel.

Wij kennen hiervoor tegenwoordig maar één woord: genocide. ‘Staat dat er echt?’ denk je. ‘Dat kan toch niet dat God dat vraagt van Saul en Israël. Zo is God toch niet?’ We lopen hier tegen hele moeilijke vragen aan. Waarbij we denk ik een paar dingen goed in de gaten moeten houden, voordat we de Bijbel met afschuw ter zijde werpen. Deze boeken in de Bijbel vertellen niet zomaar over een God die volken laat uitmoorden. Ze vertellen hoe God zijn volk bevrijdt uit de slavernij van Egypte, waar het verdrukt werd, waar hun zonen in de Nijl voor de krokodillen gegooid werden. De volk van vluchtelingen werd in de woestijn in de rug aangevallen door Amalek, in de achterhoede waar de ouderen en kinderen liepen. Als Jozua en Saul later terugvechten, dan is dat uit zelfverdediging. Het is een vrijheidsstrijd.

Veel van deze verhalen zijn bovendien veel later pas opgeschreven, in de tijd van de ballingschap. Toen het volk Israël opnieuw zijn vrijheid verloren had. Opnieuw slachtoffer was. Gods straf over Israëls vijanden, was als een boemerang naar henzelf terug gekeerd. Wat hun vijanden ondergingen, ondergingen ze ook zelf. De volken in Kanaän hadden afgoden gediend, en daardoor hun recht op het land verspilt. Daarom mocht het volk Israël het land hebben. Maar in de praktijk lieten ze de heidenen leven en namen zelfs hun afgoderij over.

Nergens in het Oude Testament worden  geweld, oorlog en heldendom verheerlijkt. Dat was wel anders in Egypte en Assyrië. Daar liet men alle gewonnen oorlogen in de muren van de paleizen beitelen, de overwinningen bezingen en de aantallen gedode vijanden trots overdrijven. Zo niet in Israël. Nergens vraagt God zijn volk de wereld te veroveren. Integendeel. God zendt alleen richters en koningen om Zijn volk te verdedigen. Om gerechtigheid uit te oefenen. Daarop worden koningen in de Bijbel beoordeeld: niet op de grote van hun legers, op de veroveringen, maar of ze God dienen, en recht doen. De helden van de Bijbel, Simson, Saul, David, Hizkia: in hun leven zie je juist de tragiek van de macht. De ellende van bloed aan je handen. Simson wordt de eerste zelfmoordterrorist. Saul valt in zijn eigen zwaard. David mag de tempel niet bouwen, omdat hij teveel bloed aan zijn handen heeft. Geweld en bloedvergieten staat onder kritiek van de profeten.

3. Geweldloosheid is de norm

Sterker nog: niet alleen op het niveau van de staat en de oorlog is er kritiek op geweld. Op het persoonlijke vlak is het zelfs categorisch uitgesloten. Net na de zondvloed is één van de eerste dingen die God zegt tegen Noach dat mensen elkaars bloed niet mogen vergieten, omdat de mens naar het beeld van God is gemaakt. Moord, geweld, het is per definitie onmogelijk te verenigen met geloof in God.

Veel van de wetgeving in het Oude Testament, in Leviticus en Deuteronomium is er op gericht te voorkomen dat mensen elkaar geweld aandoen. Zelf wraak nemen voor onrecht dat ze aangedaan wordt. God regelt voor zijn volk een heel systeem van rechters en wetgeving om een eerlijk proces te garanderen bij criminaliteit en beschuldigingen. Als je er samen met je buurman niet uitkwam, als er ruzie ontstond tussen families over vee of erfenis, dan ging je naar de oudsten van je stad. En als die er niet uitkwamen, dan ging je naar het heiligdom, naar de priesters, die opgeleid waren in het recht. De advocaten en juristen van die tijd. De tempel was in die tijd niet alleen een kerk, een religieus centrum, maar ook een gerechtsgebouw.

God zorgt er zelf voor dat er gezagsdragers zijn onder het volk. Priesters dus, en later ook richters en koningen met als eerste taak: voorkomen van geweld. Rechtspreken. En daar is soms geweld voor nodig. De doodstraf werd dan soms voltrokken als het echt nodig was. Maar alleen na een rechtvaardig proces. En om erger te voorkomen. Maar privé-personen moeten zich onthouden van geweld tegen medemensen. Dat is de hoofdlijn van het OT. En die lijn wordt in het NT heel radicaal voortgezet door Jezus. Zelfs in situaties waarin wij geweld zouden gebruiken, leert Hij ons om daarvan af te zien, een paar verzen uit Mattheus 5:

38 U hebt gehoord dat er gezegd is: Oog voor oog en tand voor tand. 39 Ik zeg u echter dat u geen weerstand moet bieden aan de boze; maar wie u op de rechterwang slaat, keer hem ook de andere toe; … 43 U hebt gehoord dat er gezegd is: U moet uw naaste liefhebben en uw vijand moet u haten. 44 Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen; … 48 Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is.

De geweldloosheid die Jezus hier preekt, gaat veel verder dan afzien van geweld alleen. Het gaat bijna onmogelijk ver: degene die je slaat, niet alleen niet terugslaan, maar liefhebben. Dát is het recept voor geweldloosheid dat Jezus geeft. ‘Volmaakt zijn, zoals God in de hemel volmaakt is.’

Tegenwoordig zijn we huiverig voor fundamentalisme en fanatisme. Juist dat leidt tot geweld, denken we. Zoals de christenen die kruistochten gingen houden in de Middeleeuwen uit heilig geloof dat Jeruzalem niet in islamitische handen moest vallen. Té veel overtuigd zijn van je eigen gelijk. Laten we als christenen maar de middenweg bewandelen. Nuchter zijn. Bescheiden. Toch is dat niet de weg die Jezus ons wijst. Hij roept ons wel degelijk op fanatiek te zijn. Extreem. Niet tot geweld, dat verkeerd fanatisme. Nee, fanatiek in nederigheid en liefde, in het volgen van Jezus. Vérder en heftiger dan ons lief is. Tot en met het jezelf laten kruisigen toe.

Voor een christen is geweldloosheid de absolute norm. Ja, Jezus legt de lat nog hoger: Voor een christen is de liefde de norm.

 4. Geweld laten we over aan God

In ons hoofd begint er dan van alles te protesteren. Moet je dan alles maar over je kant laten gaan? Dat is toch niet realistisch? Nee, dat zegt de Bijbel ook niet. Niet zomaar, in ieder geval. Dat kan alleen vanuit het geloof. Het geloof dat wij niet terug hoeven te slaan, dat wij de zaken niet hoeven recht te zetten. Dat wij geen wraak hoeven te nemen. Dat wij het goede niet met hand en tand hoeven te verdedigen. Omdat er Iemand anders is die dat voor ons doet. Omdat er een God is in de hemel. De Bijbel vertelt ons niet dat we het kwaad maar zomaar ongeremd zijn gang moeten laten gaan. Dat het kwaad mag bestaan of zelfs mag winnen. Nee, de Bijbel vertelt over een God die wint. Een God die recht doet. Wij hoeven geen geweld te gebruiken, omdat we vertrouwen op die macht van Hem. Dat nauwe verband vinden we terug in Romeinen 12:17-19:

17 Vergeld niemand kwaad met kwaad. Wees bedacht op wat goed is voor alle mensen. 18 Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen. 19 Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Heere.

Mozes hoefde het volk Israël niet te bewapenen met zwaarden en speren om het volk te bevrijden uit Egypte. Dat deed God zelf. Door middel van de plagen en het pad door de zee. Na de Exodus wordt de HEERE dan ook een Strijder genoemd, een krijgsman, een held, die verlossend en bevrijdend op komt voor Zijn volk. Waar mensen gebruiken om hun eigen belangen te dienen, gebruikt God ook geweld, maar dan op een pure manier, uit liefde, om te redden wat er te redden valt.

Het bijbels godsbeeld is er niet één van een goedige oude man boven de wolken, die het aards gewemel machteloos en onbewogen overziet. De bijbel vertelt over een God die zichzelf gepassioneerd en uit liefde in de strijd werpt. Die het opneemt voor de zwakken en rechtelozen. Die daarbij geweld niet schuwt. Dat kan ons schrik aanjagen. Bij sommige Bijbelteksten perplex laten staan. Maar laten we blij zijn dat God niet bloedeloos is, maar een hart heeft, dat bewogen is, dat kan ontsteken in toorn, ontbranden in woede, dat Hij het kwaad niet tolereert.

Geweld is in die zin niet alleen iets uit het OT. Als je de visioenen in de Openbaring aan Johannes doorleest, dan knipper je ook regelmatig met je ogen. In bloemrijke beelden wordt verteld hoe Christus als het Lam in een laatste kosmische eindstrijd de duivel en mensen die weigeren voor Hem te knielen zal overwinnen en vernietigen.

Dat mogen we dan ook gelukkig aan Hem overlaten. Daar hoeven wij ons niet in te mengen. Zoals Karel de Grote nog dacht, toen hij ons Germanen, Saksen en Franken met het zwaard op de keel liet kiezen tussen gedoopt worden of sterven. Dat lijkt me niet in de Geest van Jezus. Hoe Jezus het wel gaat doen, dat lijkt me een raadsel wat alleen Hij kan oplossen. Wij hoeven aan die heilige oorlog gelukkig niet met bij te dragen. God zal het vergelden. Ook wat ons is aangedaan.

5. Te wapen!

Dit alles betekent niet dat we maar over ons heen moeten laten lopen en alles tolereren. We leven in een tijd waarin de sfeer hangt: Alles moet kunnen. Bemoei je niet met een ander. Tolerantie schiet door richting onverschilligheid. Dat zou ook onder christenen kunnen als we denken: Ach, al die ellende en oorlog in de wereld. Al die mensen die Gods geboden breken. Moeten ze zelf weten. God zet het later allemaal wel weer recht.

Is dat wat je ziet in het leven van Jezus? Nee, toch? Als er iemand was die niet onverschillig was. Die opstond, verzet bood, de mensen wees op hun verantwoordelijkheid tegenover God, die zijn tijdgenoten terecht wees, dan was het Jezus wel. Geweldloos, zeker. Maar toch in krachtig verzet. Tegen de duivel. Tegen de zonde. Tegen het onrecht. Tegen de schijnheiligheid en hoogmoed. Tegen afgoderij.

Het christendom maakt van ons als het goed is geen softies, geen watjes. Volgeling van Jezus zijn, betekent te wapen geroepen worden. In opstand komen. Een revolutie ontketenen. Niet met de wapens van onze tijd. Maar zoals Paulus het ons schrijft in Efeze 6:

11 Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel. 12 Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten. 13 Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden.

Er is wel degelijk een strijd gaan de in deze wereld. Een strijd waaraan we ons niet mogen en niet kunnen onttrekken. De wapens waar hij het vervolgens over heeft zijn: de waarheid als gordel, de gerechtigheid als harnas, de inzet voor het evangelie als sandalen, het geloof als schild, de helm van de verlossing, en als zwaard het Woord van God.

Ik ben wel eens bang dat de kerk in onze dagen zich teveel in slaap laat sussen. Dat we vergeten wat er allemaal op het spel staat. Kennen we nog het fanatisme van Jezus, of brandt het in ons maar op een heel laag pitje? Raakt het u dat asielzoekers in Nederland geen verblijfsvergunning krijgen, maar dat we ze terugsturen? Zelfs kinderen? Hoe komt het dat kerken in Nederland leeglopen en sluiten? Dat mensen de God van de Bijbel niet meer willen dienen? De afgoden van onze tijd zijn aantrekkelijker. Genot, gemak, gezelligheid en geld. Wat doe je met het feit dat er in Nederland elk jaar 30.000 abortussen worden gepleegd? Van elke 6 zwangerschappen eindigt er 1 in moord. Gek genoeg hoor je mensen die zich druk maken om ‘godsdienstfanatici’ en hun geweld daar nooit over…

Als je in gesprek raakt over de moeilijke vraag van geweld en geloof, dan is het zaak je fanatisme te laten blijken. Dat jij zelf fanatiek Jezus wilt volgen in nederigheid en liefde, dat je gaat voor absolute geweldloosheid. Maar dan is het ook goed als die ander bij je iets proeft van passie: voor God zelf, voor Gods zaak, voor het recht, voor het leven van mensen.

Amen

————–

[1]Deze serie namen wordt genoemd in Keller, In alle redelijkheid, p. 72.

[2]http://www.huiselijkgeweld.nl/doc/feiten/factsheet_huiselijk_geweld_november_2013.pdf