Preek uit een leerdienst over de Heilig Geest, n.a.v. Heidelbergse Catechismus Zondag 20, in een serie over de kern van de Bijbel.
Gemeente van Jezus Christus,
- God in je is geweldig!?
U kent vast Spiderman wel, de populaire superheld, over wie elke keer weer films gemaakt worden. Spiderman begint als een gewone jongen, die op een gegeven moment in een geheim laboratorium gebeten wordt door een genetisch gemanipuleerde spin. Het gif van die spin zorgt ervoor dat de jongen allerlei bijzondere dingen kan, die een spin ook kan. Tegen muren oplopen, ongelooflijke kracht, snelheid en flexibiliteit, etc. Kortom: hij wordt gebeten en wordt een ‘supermens’ en dan ook een ‘superheld’.
Je zou dat ook als christen misschien verwachten als God in je komt wonen. Want dat geloven wij van de heilige Geest. Dat Hij God is, de catechismus zegt dat ‘Hij samen met de Vader en de Zoon echt en eeuwig God is.’ En: ‘dat Hij ook mij gegeven is’. Dat is nogal wat. De Heilige Geest, dat is God zelf, die je gegeven wordt, die in je komt wonen. Dan gaan er bijzondere dingen met je gebeuren! Wat dan allemaal? Daar zijn wij dan nieuwsgierig naar.
En dat is niet zo gek gedacht van ons. We zien dat ook terug in de Bijbel, bij de uitstorting van de heilige Geest met Pinksteren, dan gebeuren er wonderlijke dingen met de volgelingen van Jezus: ze gaan vreemde talen spreken, we lezen over wonderen en genezingen. Dat was niet maar ‘even’, in de eerste brief aan Korinthe, van Paulus, 20 jaar later, lezen we :
8 Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest; 9 en aan een ander geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van genezingen, door dezelfde Geest; 10 en aan een ander werkingen van krachten, en aan een ander profetie, en aan een ander het onderscheiden van geesten, en aan een ander allerlei talen, en aan een ander uitleg van talen. 11 Al deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil. (1 Korinthe 12:8-11)
Gek genoeg is de catechismus heel beknopt als het gaat over de Heilige Geest. Bijna kortaf. Hierover vind je niks terug. En voordat we dat de catechismus kwalijk nemen, kunnen we beter eerst ons eigen leven en gemeenteleven onder de loep nemen. Wat merk je zelf van die gaven van de Geest?
In al de jaren hier in de gemeente is er nooit iemand naar mij toe gekomen met de opmerking: ‘Dominee, ik denk dat ik de gave van genezing heb ontvangen.’ Of: ‘Dominee, ik denk ik de gave van tongentaal heb.’ Dat maakt ons er een beetje verlegen mee, misschien. Wij zijn wel een christelijke gemeente en wij noemen en voelen onszelf christenen. Maar om nou te zeggen dat wij van die ‘superchristenen’ zijn, van die ‘goddelijke’, ‘bijzondere’ mensen.
Ons leven en ons geloofsleven lijkt in onze ogen vaak zo helemaal niet zo ‘bijzonder’, maar zo ‘gewoontjes’. We hebben dagelijks te kampen met onze slechte gewoonten. Het enthousiasme om God te dienen ligt er nou niet altijd dik boven op. We zouden best willen getuigen van ons geloof, maar we kunnen de woorden er vaak niet voor vinden. Wat heb je dan aan die Heilige Geest die je gegeven is?
- Geen superbenzine
Hebben wij de Heilige Geest dan wel ontvangen? Dat kan niet anders. In het Nieuwe Testament is duidelijk dat dat helemaal met elkaar samenhangt. Daar hoeven wij niet aan te twijfelen. Helemaal aan het begin van 1 Korinthe 12, vóór Paulus over de gaven van de Geest begint, schrijft hij namelijk dit:
1 Wat nu de geestelijke gaven betreft, broeders, wil ik niet dat u onwetend bent. 2 U weet dat u heidenen was, weggetrokken naar de stomme afgoden. Zo liet u zich meevoeren. 3 Daarom maak ik u bekend dat niemand die door de Geest van God spreekt, zegt: Jezus is een vervloekte. Ook kan niemand zeggen: Jezus is Heere, dan door de Heilige Geest. (1 Korinthe 12:1-3)
Met andere woorden: Je kunt niet zeggen dat je christen bent, dat je gelooft in Jezus Christus als je Heere, je Koning en Redder, zonder de Heilige Geest. Dus zonder dat de Geest dat in je leven heeft gewerkt. Dat komt niet spontaan bij je op, dat wordt je gegeven.
En dat is nu precies wat de catechismus dan ook als de kern en de basis van het werk van de Heilige Geest aanduidt. De catechismus kiest niet de breedte (‘wat er allemaal wel niet over de Heilige Geest verteld kan worden’), maar de diepte: ‘dat Hij ook mij gegeven is, om mij door waar geloof aan Christus en al zijn weldaden deel te geven.’ De Heilige Geest werkt in ons het geloof, het geloof in Jezus Christus. Je denkt niet op een dag: ‘Joh, laat ik eens in Jezus gaan geloven.’ Nee, daarvoor moet er iets gebeuren… iets bijzonders.
Want wij denken misschien: ‘Maar dát is toch niet zo bijzonder, als er iemand in Jezus gelooft. Ik geloof ook in Jezus, en dat heb ik mijn leven lang al gedaan.’ Maar dan vergissen wij ons. De Bijbel vertelt heel duidelijk dat een mens geneigd is om God en zijn naaste te haten. Bij de één of ander komt dat in meer of mindere mate ook in daden tot uiting, maar dat is onze natuurlijke situatie. De Bijbel en de wereldgeschiedenis zijn wat dat betreft vol met bewijzen daarvoor. In de Bijbel zien we dat het meest tot uiting komen rond de kruisiging van Jezus Christus. Hoe hij door het Joodse Sanhedrin en de Romeinse overheid, maar ook door de massa, het volk, gedood wordt. Ze hoeven Hem niet. Ze willen Hem niet als Koning van Israël, als Messias.
Als dat onze achtergrond is, dan is het wel degelijk een Godswonder, dat het na de kruisiging niet afgelopen is, maar dat uit datzelfde volk Israël en in datzelfde Romeinse Rijk er vervolgens allemaal mensen tot een andere overtuiging komen, tot een overgave aan precies deze Gekruisigde, Jezus Christus. En het is belangrijk dat u en ik dat ook als een Godswonder in ons eigen leven zien en ervaren. Wij hebben het geloof niet zelf bedacht: de Heilige Geest heeft ons bekeerd tot Jezus, tot het geloof in Hem.
Zeker in de context van onze veranderende samenleving, waarin we zien dat steeds meer mensen niet in Jezus geloven, hoogstens nog in iets, en dat we soms ook aan den lijve merken hoe moeilijk het geloof over te dragen is in ons eigen gezin, aan onze eigen kinderen, in onze eigen familie- en vriendenkring en collega’s, is het belangrijk om te benoemen: Maar de Heilige Geest is nog niet uitgewerkt. Waar het geloof in de Heere Jezus in je hart groeit en bloeit, daar is het bijzondere werk van de Geest zichtbaar.
Tegelijk zie je daarbij ook dat de Heilige Geest niet als een soort superbenzine werkt, die in ons leven gepompt wordt, waardoor wij plotseling tot allerlei bijzondere dingen in staat zijn. De Heilige Geest is niet een soort bovennatuurlijke kracht die ons individueel gegeven wordt, die ons tot bijzondere mensen maakt. Juist in 1 Korinthe 12, waar het gaat over het werk van de Geest, gaat het over het werk van de Geest in de gemeente. Niet in de enkeling, maar in de gemeente als lichaam van Christus. Anders gezegd: De Heilige Geest werkt in de kerk, Hij gebruikt de instrumenten van de kerk, de gemeenschap met elkaar, de onderlinge band, de kerkdiensten, de verkondiging van het evangelie, de ambten, de sacramenten, de samenzang.
Al die dingen die wij misschien doodnormaal vinden, die bestaan aan alleen dankzij de Heilige Geest. We hoeven niet ver te zoeken naar het wonder vanavond. Het is een wonder dat wij hier samen zijn vanavond en ons samen richten op Jezus Christus.
- Persoonlijk contact
De Heilige Geest is dus niet een soort superkracht die ons gegeven wordt. Dat zou tegenover Hem ook een belediging zijn, dat zou Hem erg tekort doen. Want de Geest is geen ‘vage kracht’, maar een concrete Persoon. Hij is niet ‘iets’ dat in ons gegoten wordt, maar Iemand, die bij ons komt wonen. Zo spreekt Jezus zelf over Hem:
16 En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, 17 namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. … 26 Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb. (Johannes 14:16-17.26)
Een voorbeeld om dat verschil tussen ‘kracht’ en ‘persoon’ duidelijk te maken: Als je ziek bent of niet lekker in je vel zit, dan kun je naar de dokter gaan. Die geeft je een pilletje, en daar knap je weer van op. Dat zou je een ‘kracht’ kunnen noemen, iets wat je er in stopt en wat zijn werk wel doet. Maar niet alles is zo gemakkelijk op te lossen. Als overspannen bent, depressief of vastloopt in je werk, daar is geen pilletje voor. Dan moet je naar een coach of psycholoog, dan heb je een concrete persoon tegenover je, waarmee je moet kennismaken, waarmee je in gesprek gaat, aan wie je uitlegt wat er aan schort, en die psycholoog probeert je met vragen en tips en adviezen verder te helpen.
Zo is de Heilige Geest ook: niet als ‘iets’, als een pilletje, maar als persoon. Jezus heeft het erover dat het werk van de Geest zal zijn om bij ons te zijn, om ons te onderwijzen en in herinnering te brengen alles wat Ik u gezegd heb. Daarin proef je: Dat zal nog aardig wat voeten in de aarde hebben. Het is niet zo: De Geest wordt gegeven en hop alles is ineens anders. Nee, daarmee begint het pas. Dan wordt het hele leven een leerschool.
U, jij, als je in Jezus gelooft en de Heilige Geest ontvangen hebt, dan sta je dus in directe verbinding met een Persoon, met God zelf. Heel concreet. Alsof je altijd online bent. Veel mensen kunnen zich al niet meer voorstellen dat er ooit een tijd was zonder mobiele telefoons en zonder mobiel internet. We hebben nu altijd en overal toegang tot Whatsapp en Facebook. Met Pinksteren is het wonder ons gegeven dat u en ik zo altijd online zijn met God. Hoe bijzonder is dat! U heeft een lijntje naar de hemel. Al is dat nog zwak uitgedrukt. De hemel is binnen handbereik door de aanwezigheid van de Geest in Uw leven. Je kunt zo met God in gesprek.
Hier komt het natuurlijk wel aan op de praktijk. Je bent dan wel online, maar niet automatisch in gesprek. Als je de moeite neemt om te luisteren naar de Heilige Geest zal Hij tot je spreken. Daar moet je wel open voor staan. Dat moet je oefenen. Om echt stil te worden. Soms zal Hij spreken als een fluisterstem in je hart. Soms door een preek of wat medechristenen tegen je zeggen. Soms door dingen die gebeuren in je leven. Maar als je er vanuit gaat – en daar gaan we van uit, want dat heeft Jezus gezegd! – dat de Heilige Geest als concrete Persoon overal met ons mee gaat, kan het niet anders, dan dat je Hem ook overal leert merken.
- Het normale is bijzonder
Waar dan? Waar moeten we kijken om de Heilige Geest te zien? Om Zijn werk te zien? Want het zal toch niet alleen blijven bij ‘geloof in Jezus Christus’? Hoe bijzonder dat ook is, nee, inderdaad, daar houdt het werk van de Geest niet op. Inderdaad zorgt de Geest dat het geloof in Jezus Christus bij ons van binnen komt te zitten, ‘verinnerlijking’ zou je dat kunnen noemen. Het komt binnen. De Geest zorgt dat we ervoor open staan. Maar vervolgens zorgt de Geest ook voor ‘veruiterlijking’, de verandering van je hart van binnen blijft niet zonder gevolg, blijft niet onopgemerkt.
Hier in deze Catechismuszondag wordt daarop verder niet in gegaan, maar in het derde deel van de catechismus komt het werk van de Geest in het leven in dankbaarheid dat zich uit in het gemeenteleven, het houden van Gods geboden en in het gebed, nog zeker ter sprake. Deze veruiterlijking wordt ook wel ‘herschepping’ genoemd of ‘heiliging’. Dat is bijzonder waardevol om elke keer weer te benoemen: Het evangelie van Jezus Christus wordt niet in ons leven gedropt, waarna we het vervolgens zelf moeten uitzoeken. Nee, het is de Heilige Geest die ook zorgt voor de uitwerking daarvan.
Als wij ‘herschapen’ worden, dan is dat ook niet dat wij een soort supermensen met goddelijke krachten worden, maar dan betekent dat dat wij mensen worden, zoals God het graag ziet. Dan worden wij steeds meer zoals Jezus Christus is, de ware mens, zoals God het bedoelt heeft vanaf het begin. Wat gebeurt er dan met ons, wel, in het Bijbels spraakgebruik, dan gaan we ‘vrucht dragen’:
22 De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. 23 Daartegen richt de wet zich niet. 24 Maar wie van Christus zijn, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd. 25 Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen. (Galaten 5:22-25)
Ziet u, de bijzondere gaven van de Geest, tongentaal, genezing, profetie, dat zijn maar bijkomstigheden, bij deze ‘bijzondere vrucht’.
Misschien hebt u hierbij ook wel zoiets van: ‘Maar dit is toch niet bijzonder? Liefde, blijdschap, geduld, etc.’ Daar hebt u in zekere zin gelijk in: Deze dingen zouden niet bijzonder moeten zijn in onze wereld. Ze zouden vanzelfsprekend moeten zijn in ons leven. We zouden ze als rijpe vrucht bij een ieder moeten kunnen plukken. Maar ook hier geldt: de werkelijkheid is toch minder rooskleurig.
Deze ‘normale’ dingen, zijn meer ‘bijzonder’ dan we vaak denken. Ze vormen een contrast met materialisme, kortzichtigheid, onverschilligheid, egoïsme, trots, consumentisme, wantrouwen en ronduit slechtheid. En je hoeft niet ver te kijken (kijk maar naar jezelf) om daar tegen aan te lopen.
Als er sprake is van deze vrucht in uw leven, bij mensen om u heen, in onze gemeente, dan mogen we dat labelen, benoemen, als ‘werk van de Heilige Geest’. Dan is er als we het goed zien, misschien wel veel méér zichtbaar van Gods Geest dan we aanvankelijk misschien dachten, binnen én buiten de gemeente. En we hebben misschien ook wel veel scherper voor ogen wat we aan de Heilige Geest zouden moeten verlangen en vragen…
- Zeker geweldige weldaden
Kortom: de Heilige Geest zorgt in ons leven zeker wel voor bijzondere dingen, voor geweldig Goddelijk ingrijpen. Maar het is typisch voor de Heilige Geest, de Geest van Christus, dat dat nu juist niet op de manier van superhelden en superkrachten, van spectakel en show gaat, maar op op de manier van de liefde en de eenvoud. Niet dat er geen wonderen kunnen gebeuren, dat kan allemaal, er gebeuren méér wonderen dan je denkt, maar het fundament vinden we in Romeinen 8:
15 Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader! 16 De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn. 17 En als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; wanneer wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden. (Romeinen 8:15-17)
Hier vinden wij in een notendop drie zekerheden die je gaven van de Geest kunt noemen. 1) De Heilige Geest geeft ons de zekerheid van het kindschap van God: ‘De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn.’ 2) De Heilige Geest geeft ons de zekerheid van het gebed, dat we online zijn, dat is in gesprek zijn met God, die wij nu ‘Abba, Vader’, mogen noemen. 3) De Heilige Geest geeft ons de zekerheid dat wij als kinderen erfgenamen zijn: ‘ dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus.
Elk van deze drie dingen is geweldig bijzonder. Het zijn ‘weldaden’, zoals de catechismus ze noemt. Ze hebben iets in zich om van te genieten. De Geest laat ons genieten van God in een herstelde verhouding als Vader en kinderen, in een open en afhankelijk gesprek, in de verwachting en hoop op nog veel méér dat komt.
Dat laatste is belangrijk om te zeggen. De Heilige Geest is ons geschonken, ja, om ‘ons te troosten’, zegt de catechismus. Jezus noemt de Geest ook de Trooster. En Paulus zegt hier: ‘wanneer wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden’. Het werk van de Heilige Geest staat helemaal in het kader van herschepping, ja, dat veronderstelt dus een gebroken wereld, en gebroken mensen. Soms zien we al iets van een nieuwe wereld als we in liefde samen zijn als gemeente. Hij schenkt geloof in Jezus Christus, Hij vormt ons karakter naar Hem. Hij is met ons, spreekt tot ons, en af en toe schitteren er flitsen van het Koninkrijk van God als er mensen genezen, of dat nu is door gebed of medicijnen. Maar af is het nog niet.
Ondertussen vinden we dan ‘troost’ in de zin van houvast, zekerheid in Zijn aanwezigheid, in Zijn werk. Dankzij de Geest zijn we zeker, zeker dat we ook echt de volle erfenis van God en Christus van Hem zullen ontvangen. En dan zal alles voor altijd goed zijn. Dat is toch geweldig! Geweldig bijzonder!
Amen